donderdag 28 april 2016

Prinses Pittigpienterhart en het wolkje

De dag was ietwat vreemd gestart
voor prinses Pittigpienterhart
een wolkje hing boven haar bed
en had heel de kamer blank gezet


Dus riep ze: hé wolkje stop daarmee
anders wordt ons paleis een heuse zee
Vertel eens gauw waarom je zo huilt
en jij je hier stiekem bij mij verschuilt


Ach, zuchtte het wolkje, in verdriet
de mensen zijn boos, willen mij niet
Als ik nog maar aangedreven kom
roepen ze: ga weg, wij willen de zon


Maar hoe blijven de bomen groen
als wij wolken ons werk niet doen
wij geven het water aan de bloemen
waarrond dan al die bijtjes zoemen
die zorgen voor de zoetste honing
voor jou, de koningin en de koning


Wij vormen het drinken van de aarde
en zijn daarom van heel grote waarde
voor alles wat groeit en al wie leeft
voor al wat kruipt of daarboven zweeft


En toch is er nooit eens iemand blij
als ik kom met vriendjes aan mijn zij
waarom mag ik niet zijn wie ik ben
want dit is alles wat ik kan en ken


Heel even was het stil en toen een plons
de prinses sprong vanonder de natte dons
nam vanuit haar hart een kloek besluit
en zwom toen gezwind de kamer uit


In het enorme paleis kwam ze halverwege
haar dobberende papa en mama tegen
die vroegen: lief kind, wat is er aan de hand
in wat voor natte nachtmerrie zijn wij beland?


Oh niets erg, zei ze, ik ga op wereldreis
want een klein wolkje is wat van de wijs
We zoeken een plekje waar ze welkom is
als passend antwoord op een diep gemis


De prinses nam de majesteitelijke luchtballon
met daaronder als mand een houten regenton
Toen gooide ze rond het wolkje een gouden touw
en fluisterde: toe, droog je tranen nu maar gauw



Zo zwierven ze over de wereld heen en weer
van de Noordpool tot aan het Titicacameer
Na hun bezoek steeg dan woest het waterpeil
van de Amazone, de Mississippi én zelfs de Nijl


Lama’s en leeuwinnen trokken een badpak aan
De Grand Canyon kolkte als een wildwaterbaan
waar verdwaasde tarantula’s en schorpioenen
hun redding zochten in rafelige indianenschoenen


Voor mens en dier leek plots de hemel lek
en iedereen zocht zichzelf een drogere plek
tot in de hoogste toppen van de gekste bomen
in de hoop niet met die zondvloed weg te stromen


Na vele maanden vol avonturen en gevaar
kwamen ze ergens ter hoogte van de evenaar
Onder een acacia zat een jongen op een kruk
met rondom hem de aarde uitgedroogd en stuk


Zoute tranen trokken lijnen over zijn wangen
terwijl hij zijn hoofd en armen liet hangen
Maar daar daalde prinses neer als in een droom
en knoopte opgewekt wolkje aan de acaciaboom


Goeiedag, ik ben prinses Pittigpienterhart
dit is wolkje maar zij is helaas wat verward
want iedereen heeft iets op de regen tegen
voor een wolk gaat dat op den duur wel wegen


De jongen kon nu alleen maar blijdschap tonen
Oh prinses, mag jouw wolkje hier blijven wonen
want jullie hebben er veel te veel, maar bedenk
in dit dorre land is elke wolk een godsgeschenk


Zo vond wolkje na een hele lange trek
eindelijk op deze aarde haar eigen plek
waar haar tranenwater altijd welkom was
en er nu kindjes dansen in elk regenplas


Lang nadat de prinses weer paleiswaarts was gegaan
kwam op een dag vanaf de evenaar een kaartje aan
Prinses, dankzij jou kan mijn leven niet meer stuk
want ik huil hier nu alle dagen tranen ...
...van geluk.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten