Er was eens in de nabije toekomst
een land hier niet eens ver vandaan
met een volk waarvan de herkomst
samen met de zondvloed was vergaan
Jarenlang had het onafgebroken geregend
tot ook de laatste berg onder water verdween
wie met toenmalige rijkdom was gezegend
nam hebben en houden en vluchtte elders heen
Armen en dapperen zochten steun bij elkaar
voor hen was het samenwerken of verdrinken
Ze verzamelden regenjaar na regenjaar
al wat drijven kon en lieten ballast zinken
Uit tafels, kasten en oude autobanden
vervaardigden ze één gigantisch vlot
smeedden onbreekbare vriendschapsbanden
en droegen samen dit verwoestend lot
Het vlot groeide gestaag uit tot een dorp
met huisjes onderling aan elkaar gebonden
Alles en iedereen nauwelijks op een steenworp
en zilveren kanalen die weer in zee uitmondden
Moestuinen werden in de hoogte aangelegd
en dieren stierven er enkel nog van ouderdom
niemand werd voedsel of onderdak ontzegd
want alles was iedereens en niemands eigendom
2.
Ze noemden hun kleine rijk Waterlanden Waterlanders werd hun geuzennaam
Ze werden zelden door verdriet overmand
maar uit gedeeld leed was hun rijk ontstaan.
Na de zondvloed kwam de stortvloed aan vragen
wat was er gebeurd en hoe viel het te vermijden
Groot en klein wilde verantwoordelijkheid dragen
door weer hoofd- van bijzaak te leren scheiden
Er werd niet getrouwd, des te meer had men lief
heel het volk was tot één grote familie gekneed
Iedereen had vader en moeder, maar vooral veel stief
omdat men allen samen voor iets grootser streed
Het lot smeedde hen tot burgermusketiers
die ademden: één voor allen en allen voor één
op deze drijvende wereld waren ze avonturiers
bij wie elk oude wereldverschil voorgoed verdween
Alle noodzakelijke taken waren eerst in kaart gebracht
en ieder vervulde wat hem die dag het beste lag
Wind, water en zon boden daarnaast de benodigde kracht
en elk etmaal was er een nieuw bestuur van de dag
Maar vooral was er vrije tijd als kabbelend water
vol spel, muziek en verbindende verhalen rond een vuur
Niemand werkte nog aan dwaze illusies voor later
het heden was van tel op het ritme van de natuur
3.
Zo leefden de Waterlanders in broos evenwicht
minder lang maar gelukkiger dan ooit voorheen
woest natuurgeweld had eens hun leven ontwricht
waarna elk ijdel streven voorgoed onder water verdween
Voorgoed? Nee, want aan de horizon dobberde een punt
onzichtbaar nog voor de prachtige vrouw aan de waterkant
Tilde, want zo heette ze, genoot er van haar thee met munt
haar voeten diep verborgen in het nog koele ochtendzand
Zij was als eerste op dit vlot geboren
dag op dag nu achttien jaar geleden
mannen liepen zichzelf in haar ogen verloren
maar over haar blik was een troebel vlies gegleden
Al die harmonie vond ze steeds saaier en steriel
en de keerzijde was haar helaas volledig onbekend
wat was dat dobberend ding waarop haar oog nu viel
een onverwacht cadeau helemaal voor haar bestemd?
Een kleine boot dreef namelijk haar richting uit
met een man uitgedroogd en schijnbaar dood
Tilde sprong in volle paniek bij hem in de schuit
van waar kwam die vreemdeling die ze in haar armen sloot?
Ze bracht haar vochtige lippen naar zijn mond
en probeerde zilt water met zoet te bestrijden
Ze wist dat ze hiermee de Waterlanderwet schond
die gebood om elk contact met buitenaf te mijden.
4.
Maar als ze met ‘contact’ een man kon redden
gold de Waterlanderwet waarschijnlijk niet
Daar durfde ze haar gans geluk op te verwedden
zeker nu haar kus de man niet onverschillig liet
Onbestemde tijd staarden ze elkaar aan
blauw in blauw en rood op rood
Dit stilleven ruimde echter ruw baan
Toen zout water uit zijn mond naar boven schoot
Ze hielp hem proestend op het strand
Wie was hij en waar kwam hij toch vandaan
Stern kwam vanuit het hooggelegen Barreland
door honger en droogte weg van huis gegaan
De gevluchte rijken leefden daar nu in grote weelde
maar de ruw beroofde aarde werd er dor en kaal
Terwijl hongersnood zijn volk steeds meer verdeelde
bleef men oplossingen zoeken volgens het oud verhaal
Stern was er daarom met veel geld op uitgezonden
Naar een vruchtbaar El Dorado zoals Columbus in zijn tijd
Dat dan met veel geld aan het thuisland werd verbonden
zo kon dan alles bij het oude blijven en dit tot ieders profijt
Na weken van zwerven had hij nu zijn doel bereikt
Hier op dit gigantische vlot stond alles mooi in bloei
Door hem te redden had zij zichzelf levenslang verrijkt
Hij zou haar de knepen leren van ongebreidelde marktgroei
5.
Sterns verhaal zaaide verwarring in haar gewillig bloed
zijn stem was zijdezacht maar de woorden klonken koud
uit zijn ogen straalde een haar onbekende, felle gloed
en wat waren die ideeën waarmee ze niet was vertrouwd
Maar al haar twijfel verstilde door zijn vranke lach
en vol vertrouwen nam ze hem bij de hand
Op haar hoede en zorgend dat niemand hun zag
leidde ze Stern onbevangen door wonderlijk Waterland
Stiekem toonde ze Afhaalpunten waar je kon halen
al wat een mens aan middelen maar nodig had
Stern verwonderde zich dat niemand moest betalen
maar wie betaalde nu voor wat je gemeenschappelijk bezat
Ze laveerden langs drinkvijvers en hangfruit
zijn dorst werd gelest en zijn honger gestild
Ondertussen vertelde Tilde hem honderduit
hoe alles hier waarde had en niets werd verspild
Na uren van zorgeloos slenteren en vlinderen
belandden ze op het centrale ontmoetingsplein
Vanuit de schaduw zagen ze spelende kinderen
die niets anders moesten dan gewoon zichzelf zijn
Straks zou hier Tildes 18de verjaardag worden gevierd
en het ganse plein werd hiervoor kleurrijk opgetuigd
Deze azuren dag leek door niets te kunnen worden ontsierd
maar in de achtergrond liet het noodlot zich niet onbetuigd
6.
Twee mannen hadden Sterns boot gevonden
met daarin alles wat een Waterlander verontrust
Elektronica, geld en wapens om te verwonden
Er was een indringer en hij was verdomd goed uitgerust
Met alle bezittingen trokken ze naar het centrale plein
En gaven deze klare waarschuwing mee aan de wind
Laat elke Waterlander vanaf nu op zijn hoede zijn
want er is een vreemdeling die zich onder ons bevindt
De wind bracht het nieuws van oor tot oor
Een huivering trok door het anders onbezorgde volk
Op het plein zochten ze vertwijfeld bij elkaar gehoor
maar angst maakte van iedereen een woordeloze tolk
Het werd stil toen het bestuur van de dag verscheen
één man, één vrouw, één kind en de vierde bejaard
De vrouw nam het woord, sprak rustig en sereen
over het mysterie dat moest worden opgeklaard
Ze toonde de verontrustende buit uit de boot
een buit die in hun rijk van generlei waarde was
maar de dreiging was daarom niet minder groot
dit waren symbolen waarvan het volk ooit moeizaam genas
Maar erger dan de symbolen was bovenal de eigenaar
waar was hij nu en met welk doel was hij gekomen
zijn aanwezigheid bracht hun precair evenwicht in gevaar
maar de catastrofe was nog groter als hij zou ontkomen
7.
Tilde trok Stern tegen haar aan dieper de schaduw in
ze moest hem overtuigen om voor altijd hier te blijven
Ze fluisterde over zorgeloze liefde en een nieuw begin
maar plots voelde ze zijn lichaam in haar armen verstijven
De man vooraan stond met het vele geld te zwaaien
vervloekte het en gaf het prijs aan rusteloze vlammen
Stern wist zich woest uit Tildes omarming te draaien
en zijn rauwe kreet deed heel het plein verlammen
Stop daar toch mee, volk van eenvoudige dwazen
dit is slechts het begin van jullie toekomstig fortuin
Mijn volk koopt alle dieren die hier staan te grazen
en de hele oogst want onze landbouw ligt in puin
Met onze technologie zullen we alles hier optimaliseren
zodat jullie nauwelijks nog iets van arbeid moeten doen
Wie met ons samenwerkt zal daarvan ruimschoots profiteren
en eindelijk weer een leven leiden vol rijkdom en fatsoen
De bejaarde hief zijn hand en maande hem te zwijgen
Sterns ideeën waren antiek en spraken hen niet langer aan
Na de zondvloed wisten ze dit broze evenwicht te verkrijgen
niemand was dus zo dwaas op Sterns woorden acht te slaan
Maar uit naam van alle Waterlanders en het bestuur van de dag
nodigde hij Stern uit om zijn land voorgoed vaarwel te zeggen
Hij moest beseffen dat zijn enige mogelijke toekomst hier nu lag
indien hij niet wilde dat ze zijn lijk uit zee moesten dreggen
8.
Trillend en bleek kwam Tilde naast Stern staan
en schoof haar klamme vingers in zijn hand
Ze begreep wat er nu door hem heen moest gaan
het verlies van alles en iedereen in zijn vaderland
Maar in een flits nam hij het wapen van de grond
drukte Tilde tegen zich aan en richtte toen de loop
waarna de menigte plots dreigend rond hen stond
met iets van een roofdier dat zijn prooi bekroop
Stern begreep de zinloosheid en keek Tilde in de ogen
hij kuste haar met alle liefde die in hem besloten lag
Maar Tildes stille tranen lieten één kind niet onbewogen
het kind dat behoorde tot het bestuur van die dag
Wacht, sprak ze zacht, we hebben Tildes wens niet gehoord
en de wens van een jarige is in Waterland heiliger dan de wet
Tilde glimlachte weifelend en nam behoedzaam het woord
Ik draag de schuld van alle onheil want ik heb hem gered
Een impulsieve daad heeft ons lot onherroepelijk verbonden
bezegeld met een liefde nauwelijks vatbaar voor de mens
Laat daarom Stern en mij vertrekken, vrij en ongeschonden
met jullie zegen, dat is mijn diepste verjaardagswens
Alle Waterlanders waren tegelijk ontzet en ontroerd
Tildes wens bracht echter heel hun samenleving in gevaar
Maar een verjaardagswens moest altijd worden uitgevoerd
dus opende de menigte in één magistraal groots gebaar
9.
Vol ongeloof duwde Stern de boot van de kant
vrij en voor de tweede maal door Tilde gered
Met haar aan zijn zij zette hij koers naar Barreland
samen hadden ze het noodlot een fatale hak gezet
Tilde staarde tot het ponton aan de horizon verdween
zuchtte diep en zocht vertroosting in de armen van Stern
zijn extatische woorden raasden over al haar onrust heen
maar pas toen hij haar eindelijk kuste, raakte hij de kern
In het avondrood vreeën ze op het ritme van de golven
hij voelde zich de koning te rijk en zij was zijn koningin
terwijl Tilde onder verscheurende gevoelens werd bedolven
sliep Stern in en droomde van een grenzeloos nieuw begin
De boot dobberde onder het vale licht van de maan
en mist ontnam de sterren hun vertrouwde luister
Tilde stelde steeds uit wat moest worden gedaan
kroop toch richting Stern en sprak in zacht gefluister
Ik bemin jou maar nog meer mijn volk
Ze huilde, richtte het wapen en schoot
Op zijn borst verscheen een rode wolk
In haar stierf het sprookje een stille dood
Ze vertrouwde Stern toe aan de rusteloze zee
En keerde de boot toen met resoluut gebaar
volk en liefde, onbewust redde ze alle twee
door Sterns dood en wat zich nestelde diep in haar.
Einde
.