dinsdag 26 december 2017

Het kersthandtasje

foto van Pieter Gasia.

1.

Het is kerstavond zo net voor sluitingstijd
Een oude man lijkt hopeloos zichzelf kwijt
Hij staart triest door een lege winkelstraat
terwijl rondom het weer te wensen overlaat


In zijn broekzak wriemelt de koude hand
waarin smalend tweeënhalve euro brandt
en in zijn ooghoeken twijfelen er tranen
tussen zich wel of niet naar buiten banen

Hij denkt aan het meisje dat op hem wacht
met een zzz in haar naam als zoenen zacht
die hem recht op zijn wankele benen houdt
wanneer hij om haar verloren ouders rouwt

Terwijl de lichten zwichten dooft zijn hoop
laat hij tranen en verbittering de vrije loop
Tot plots iets zich aandient als laatste kans:
een uitstalraam met daarop 'Tweedehands'



2.

Een lijzige stem begroet hem met ‘wij sluiten’
en het roestig rolluik zakt reeds voor de ruiten
Lieve vrouw, smeekt hij, maak toch ’t verschil
twee minuutjes en wat geluk is alles wat ik wil


Met een wanhopig hart loopt hij tussen rekken
met vergane glorie en afdankertjes vol vlekken
die hier wachten op hun voorgoed verdwijnen
of op mensen met lege handen zoals de zijne

De man wikt en weegt maar bevindt alles te licht
tot hij zijn vermoeide ogen op iets onooglijks richt
een handtasje met madeliefjes en blauw als lucht
waaruit als de bliksem somberheid is weggevlucht

Hij toont haar de schat en vraagt hoeveel kost dat
en knijpt ondertussen in zijn zak de 2,5 euro plat
De vrouw neemt een lijst en zucht: okee dan, gauw
voor de belachelijke prijs van 3 euro is het voor jou


3.

De oude man mompelt Dit is echt al wat ik nog bezit
samen met een verlangend kleinkind en een vals gebit
De vrouw zwijgt maar slaat de ogen instemmend neer
omdat ze weet: goedheid die je geeft, komt ook weer


Dankbaar haast hij zich nu naar het meisje met de z
dat thuis op hem wacht en de tafel heeft klaargezet
met geplooide servetten, kaarsen en een flesje bier
en wat eerlijk heerlijks van bij de sociale kruidenier

Trots legt hij het handtasje naast het andere pak
met daarin de door haar verzamelde restjes tabak
Zo delen ze de kerstavond en wat er rest aan geluk
Ze lachen, zingen en maken zich nergens om druk

Zij is blij met het cadeau en hij rolt zich een sigaret
en na een heerlijke avond draagt hij haar naar bed
Maar net voor ze inslaapt, is er toch weer die pijn
omdat haar ouders hier nooit meer bij zullen zijn



4.

Voor de slaap het verdriet omarmt, valt een traan
uit haar ooghoek en lijkt bewust een weg te gaan
naar haar handtasje en bevloeit heel teder en lief
het zorgvuldig genaaide bloemenveld van madelief


Plots groeien die bloemen tot grote ranke bomen
van waarachter haar ouders tevoorschijn komen
en haar wenken om mee met hen kerst te vieren
tussen de vallende vlokjes en witte winterdieren

Die nacht wordt alles licht en van vreugde vervuld
zalft sneeuw de pijn en valt het geluk zich een bult
Ze laat zich weer dragen en vergeet de vele vragen
die sinds het verlies in haar hoofdje bleven knagen

Ze zingen en dansen en knipogen naar de maan
terwijl de kerstster stiekem boven hen blijft staan
Dan neemt het meisje vader en moeder bij de hand
en vraagt stil: Mag ik alsjeblief mee naar jullie kant?



5.

Haar ouders schudden meewarrig van nee
Ze vervagen en nemen één madeliefje mee
De kerstster dooft, de betovering verbreekt
en ze hervindt zich op een kussen doorweekt


Tussen de gordijnen gloort een nieuwe dag
met 't puurste licht dat het meisje ooit zag
alsof de zon nu voor het eerst weer opgaat
en de droevige nacht haar lichaam verlaat

Het handtasje ligt als schat in haar schoot
voortaan heeft zij nu haar redder in nood
Eén madeliefje is weg maar nog 17 te gaan
om bij kerst met hen in verbinding te staan

De volgende jaren vult het tasje zich traag
met gedeelde kerstnachten en heel gestaag
heelt het verlies en laat de pijn zich doven.
Het meisje ontdekte de kracht van geloven.